Wist je dat een van de kenmerken van millennials is, deze mensen zijn nu ongeveer tussen de 25 en 40 jaar oud, dat zij laat aan de bel trekken wanneer iets niet goed gaat?
Ja, ja, ik generaliseer, het hoeft niet per se ook voor jou te gelden, maar ik kom dagelijks in mijn werk vele millennials tegen en zie dit als een van de grote gemeenschappelijke delers. Dus wie weet herken jij jezelf op sommige vlakken wel in dit blog en kan mijn persoonlijke verhaal je inspireren vanuit herkenning. Hopelijk zorg ik hiermee voor een stukje bewustwording, zodat je op tijd om hulp vraagt en voorkomt dat je te laat aan de bel trekt.
De positieve kant van geen hulp vragen
Laten we positief beginnen, want enerzijds heeft geen hulp vragen iets super positiefs. Het zijn namelijk mensen die vaak lang doorzetten en blijven hopen dat het lukt. Plus, daarbij komt ook dat ze het heel graag zélf willen proberen. Ze voelen zich verantwoordelijk en betrokken, dus houden zich ook vast aan wat ze ervaren als hun eigen taak en verantwoordelijkheid.
Niet om hulp vragen heeft ook een negatieve kant
Dat verantwoordelijkheidsgevoel kan echter ook een grote keerzijde hebben, want er wordt over het algemeen ook te laat aan de bel getrokken voor hulp. En dat gaat vaak niet alleen ten koste van de kwaliteit van het werk, maar (en dit is nog veel belangrijker) het gaat ook ten koste van de persoon zelf. Het kost namelijk heel veel energie om te blijven doorzetten, of misschien zelfs wel te vechten, om iets te bereiken waarop je niet 100% de grip hebt om het met succes en gemak te behalen. Geloof me, ik heb heel vaak deelgenomen aan dat “gevecht”. En het ergste is, ik besef me achteraf dat ik dit gevecht vooral met mezelf voerde. Ik wilde graag presteren, ik wilde het graag zelf en goed doen. En dat terwijl er echt wel hulp werd aangeboden, maar dat kon (en wilde) ik toen nog niet horen of zien, omdat ik vond dat ik het zelf moest kunnen… Ai, best wel pijnlijk als ik het zo beschrijf, maar misschien herken jij het ook wel?
Wanneer we allemaal eens kritisch om ons heen kijken, kennen we allemaal wel iemand waarvan je weet dat hij of zij eigenlijk iets te hard doorwerkt. Iemand die zich ergens te lang aan vast blijft houden of waarvan je simpelweg gewoon denkt dat diegene wel wat hulp zou kunnen gebruiken. Sterker nog, misschien geldt dit ook wel af en toe voor jou… Maar die vraag om hulp vanuit de persoon zelf… tja… die blijft uit.
Ik werd geplet door de druk, maar vroeg niet om hulp
Achteraf is het zo herkenbaar (ja, I know… achteraf is mooi wonen ;)). Laat ik mijn tweede baan als voorbeeld noemen. Ik werkte toen als trainer en accountmanager. Dit was een veeleisende baan, waarbij ik mezelf in een zeer resultaatgerichte omgeving bevond. Daarbij kwam dat ik zelf verantwoordelijk was voor de sales, waardoor ik (persoonlijk) de dagelijkse druk als hoog ervaarde. Ik wilde het graag goed doen, ik wilde graag goed presteren en eerlijk gezegd… ik wilde heel graag de beste zijn. Dus een groot gedeelte van die druk legde ik ook mezelf op.
Aangeven dat het me niet lukte, dat het te veel was, of dat ik eigenlijk dacht dat ik sommige dingen helemaal niet kon, tja… dat deed ik niet of nauwelijks.
Sterker nog, ik deed het alleen wanneer ik al met dikke tranen over mijn wangen ergens in een hoek was gecrasht en het echt niet meer kon overzien. Ik voelde eerlijk gezegd al dagen dat ik soms moest vechten tegen de tranen, dat ik overliep en dat ik het antwoord op de vraag “hoe dan?”, die de hele tijd bij me opkwam, niet meer wist. En toch trok ik niet aan die spreekwoordelijke bel voor hulp. Vaak als ik tranen voelde, rechte ik alleen maar meer mijn rug, sprak ik mezelf streng toe en probeerde ik het nog harder… met de hoop dat het me dan wel ging lukken.
Weet je wat nu het gekke was? Mijn toenmalige manager zag het vaak al een week van tevoren aankomen. Ze waarschuwde me en ze vroeg me of ik hulp kon gebruiken. Maar nee, ik wilde er nog niets van weten. Tranen wegslikken, rug recht en “het gaat met me lukken, hoor!” Zij pikte de signalen, die ik blijkbaar zelf niet wilde zien, wel op. Ik voelde ze wel, maar ontkende ze of vocht ertegen om er iets mee te doen.
Met als resultaat dat wanneer ik echt crashte omdat het allemaal te veel was, het eerst drie dagen duurde voordat ik weer recht stond en ik pas een week later weer het gevoel had dat ik weer een beetje controle had. Pff... intens. Ik moest dan echt weer even opladen om me weer wat stabieler te voelen en er weer tegenaan te kunnen.
Signalen leren herkennen en om hulp vragen
Of het nu de onwetendheid of ontkenning was dat ik het zelf allemaal nog niet zo gemanaged kreeg als ik graag zou willen, geen idee. Maar naar mate het vaker gebeurde en ik er gelukkig ook goede begeleiding bij kreeg, ging ik de momenten van crashen ook beter zelf herkennen. Vooral omdat ik leerde op welke signalen ik zelf moest letten. Niet om vervolgens door te zetten, maar juist ook om te kijken hoe iemand me kon helpen.
Ik ging de momenten herkennen waarop iets me emotioneel raakte, wat het daarvoor niet deed. De momenten dat ik mijn agenda te vol stampte en er nog wat bij wilde proppen en dat dus maar in de avond of juist om half zeven ’s ochtends deed. Hierdoor lag ik vervolgens ’s avonds om negen uur uitgeput op de bank, waardoor ik sporten en andere leuke dingen soms als een last ging voelen. Een “moetje” in plaats van ontspanning.
O, en dan heb ik het nog niet eens over de eindeloze to-do lijstjes met belangrijke taken waar ik maar niet aan toe kwam. Herkennen is één en dat was voor mij het begin, maar er ook daadwerkelijk iets mee doen? Dat heeft me toch wel even wat tijd en een regelmatige vraag om hulp “gekost”.
Om hulp vragen betekent niet dat je opgeeft
Het woord gekost zet ik heel bewust tussen haakjes, want in het begin voelde dat echt niet fijn om te doen. Ik had het idee dat ik opgaf en dat ik dingen niet deed waarvan ik vond dat ik ze wel moest kunnen. Maar uiteindelijk besefte ik dat ik niet mijn omgeving tot last was, maar ze juist hielp en ik er zelf nog wel het allermeest aan had als ik wel om hulp vroeg. Hè hè, waarom had ik achteraf gezien dat niet gewoon veel vaker en eerder gedaan?
Inmiddels zijn we wat jaartjes verder en komen die crashes waar ik over praat niet meer voor. De belangrijkste les die ik heb geleerd, is dat ik nu vooral veel bewuster en eerder kies om hulp te vragen. De kunst van het opgeven. Ik gooi niet de handdoek in de ring, maar ik herken de signalen en ga ernaar handelen om bepaalde zaken “op te geven” en anders aan te pakken, in veel gevallen dus met hulp.
Maak je werk lichter voor jezelf en trek aan de bel!
Ik herken signalen zoals een te volle to-do lijst en emoties die ik minder goed kan reguleren. Ben ik mijn agenda weer aan het volproppen? Dan is dat voor mij gelijk een signaal om ervoor te zorgen dat ik even spar met iemand om recht te blijven.
Wat maakt dat ik veel stabieler ben, meer kan doen en meer kan bereiken? Ik blijf niet alleen hard werken, maar werk juist ook slim. Vragen om hulp voelde als opgeven en als een zwakte, maar die vragen zijn juist een kracht om samenwerking en verbinding met anderen op te zoeken. Daarnaast maakt het mij ook weer sterker, omdat ik er wijzer van word. De oude gezegden zijn nog steeds waar: “samen ben je sterker” en “vele handen maken licht werk”.
Dus als je signalen bij jezelf beter gaat herkennen en vervolgens samen met iemand gaat sparren (en er dus ook naar gaat handelen), weet ik zeker dat het je werk lichter maakt dan wanneer je zelf blijft vechten en niet aan die bel trekt.